Jesse: „Ik heb twee soorten vrienden: een groep die ook in de media werkt en eenzelfde leven leidt als wij. En een groep met een heel ander leven: zij wonen op kamers en leven volop het studentenleven. Zij zijn soms wel een beetje onder de indruk van ons, met ons koophuis en twee auto’s voor de deur.”
Jelle: „Maar ze staan er ook niet echt van te kijken, denk ik. Wij waren allebei op jonge leeftijd al ambitieus. We wisten wat we wilden en zijn daar vol voor gegaan. Toen we allebei al een tijdje werkten, vonden we het fijn om wat meer zekerheid te hebben. Na een zoektocht van twee jaar hebben we hier in Warnsveld een huis kunnen kopen.”
Jesse: „Nu hebben we inderdaad het huisje-boompje-beestje-verhaal redelijk compleet. We beseffen wel dat het anders is dan bij de gemiddelde 25-jarige. Dat we nu al een huis konden kopen, is niet vanzelfsprekend natuurlijk.”
Jelle: „Het is wel lekker, een eigen huis.”
Jesse: „En we rijden net zo goed naar de andere kant van Amsterdam als we toch een keer op stap willen. We kunnen die beide levens best combineren.”
Heilige vrije dag
Jesse: „Onze roosters zijn totaal verschillend en we doen allebei veel werkklussen door elkaar. Ik zal het proberen een beetje overzichtelijk uit te leggen. Te beginnen bij maandag: dat is onze heilige vrije dag.”
Jelle: „Die hebben we ingelast toen we erachter kwamen dat we echt alle dagen van de week werkten. Nu Jesse sinds drie jaar ieder weekend werkt, is maandag onze vrije dag geworden. Met de telefoons op stil en de laptops dicht. Dat hebben we ook moeten leren, want de rest van de wereld is natuurlijk op maandag wél aan het werk. Ondertussen weet iedereen dat we dan niet bereikbaar zijn.”
Jesse: „Dinsdagochtend gaan we samen ontbijten bij Bakker Bart in Zutphen; dat is een traditie geworden. Als we de croissantjes op hebben, begint de werkweek.”
Jelle: „Ik ben voor drie dagen in de week in dienst bij een mbo-school in Arnhem. Daar geef ik les bij de opleiding tot mediaredactiemedewerker. Daarnaast werk ik als freelancer één of twee dagen bij de radio-programma’s Nieuws en Co en Met het oog op morgen. Vaak heb ik nog op zaterdag een nachtdienst, waarbij ik het NOS-nieuws lees op alle zenders. Dan begin ik om 23.00 uur en ben om 06.30 uur klaar.”
Jesse: „Ik heb vroeger ook in de nacht radio gemaakt, maar ik kan slecht tegen die wisselende tijden. Jelle heeft daar veel minder last van.”
Jelle: „Tja, ik weet ook niet hoe ik het doe. Ik slaap altijd als een blok.”
Jesse: „Mijn week bestaat uit eerst een blok van drie dagen werken voor ons eigen audiobedrijf, waarmee we podcasts maken en radioprogramma’s. Het weekend is voor BNNVARA, dan maak ik samen met Jeroen van Inkel het programma Rinkeldekinkel op NPO Radio 2. Ik zei altijd: ik ga nóóit ’s ochtends in het weekend radio maken. Maar nu heb ik al drie jaar geen weekend meer, haha. Dat zegt wel wat over hoe gezellig het is met Jeroen. Al vanaf het begin klikte het enorm tussen ons. Het betekent wel dat ik de afgelopen drie jaar iedere vrijdag en zaterdag om 20.00 uur naar bed ben gegaan. Gelukkig komt daar nu verandering in, want met Rinkeldekinkel zijn we verhuisd naar een later tijdslot. Dus staat straks de wekker drie uur later. Heerlijk!”
Jelle: „Het is toch altijd de magie van de radio die ons drijft en die we sterk voelen. Dat kan ook een valkuil zijn. We snappen elkaars passie voor het werk zó goed, dat je het altijd kunt begrijpen als iemand nog éven een jingeltje wil laten horen of toch die ene nachtdienstklus aanneemt.”
Jesse: „Soms denk ik er weleens over hoe het zou zijn om je weekend vrij te hebben. Nu mis ik namelijk toch best regelmatig verjaardagen of stapavondjes.”
Jelle: „Maar dat lijkt me ook weer saai. Ik denk niet vaak: had ik maar meer vrije dagen. En het heeft ook voordelen: als we op onze vrije maandag naar de dierentuin willen bijvoorbeeld, is het heerlijk rustig!”
Luxe voor onze leeftijd
Jesse: „In huis hebben we de taken goed verdeeld. Of eerlijk gezegd: voor een groot deel uitbesteed aan een schoonmaakster.”
Jelle: „Dat klinkt wel luxe, voor onze leeftijd. Al doen we ook wel dingen zelf, hoor. De keuken is bijvoorbeeld mijn domein.”
Jesse: „Mijn vader houdt ook enorm van koken. Die twee battelen tegen elkaar wie het lekkerst of mooist heeft gekookt.”
Jelle: „Dan maak ik een enorme tapasplank van een meter bijvoorbeeld. Jesses vader is meer van de Aziatische hoek. Zijn ouders wonen een dorp verderop en we gaan iedere donderdag met elkaar eten en spelletjes spelen. Anderen zullen misschien denken: iedere week naar je schoonouders, wil je dat? Maar het is altijd supergezellig.”
Jesse: „Het voelt bijna meer als vrienden dan ouders. Het is fijn dat ze zo dichtbij wonen.”
Jelle: „Wij komen hier allebei uit de buurt en we hebben niet overwogen om dichter bij Hilversum te gaan wonen.”
Jesse: „Die autorit van Hilversum naar huis is ook een fijne manier om even dat rare, opgeklopte mediawereldje achter je te laten. Zodra ik op de A1 bij Deventer over de IJssel rijd, denk ik: hèhè, weer thuis.”
Jelle: „In nieuwsberichten zetten mijn NOS-collega’s bij plaatsnamen vaak expliciet erbij dat het in de Achterhoek is, of in Limburg. Daarom let ik er extra op om óók bij een dorp als Velserbroek te vermelden dat het Noord-Holland is. Ik ben er wel trots op daarmee een ambassadeur van de niet-Randstad te zijn.”